‘Risk is on’?

De AEX-index is bezig met een krachtig herstel en dan lijkt het al snel alsof alles weer koek en ei is en we ons over een belangrijk aspect als ‘risico’ niet meer zo druk hoeven te maken. Ik lees her en der ‘risk is on’. Met andere woorden, het loont weer om risico te nemen en dat is een signaal om vol in aandelen te stappen.

Nou kan dat wel kloppen, want er zijn best nogal wat aandelen de laatste tijd met vele procenten gestegen. Het enige probleem bij dit verhaal is natuurlijk dat de timing nogal cruciaal is. Wie netjes vier weken geleden in aandelen stapte heeft binnen een maand een behoorlijk rendement behaald, waar menig belegger zelfs op jaarbasis jaloers op is. Wie echter zeg medio maart instapte staat nog steeds dik 5 procent onder water. In deze fase van de markt ben je dus als belegger gedwongen om heel dicht op de markt te gaan zitten of om heel veel afstand ervan te nemen. Dat eerste lukt alleen (semi)-professionele beleggers en dus lijkt het mij voor particuliere belegger het beste om even op kas te zitten en een echt goed moment af te wachten om in te stappen. Uiteraard is dat mijn persoonlijke mening, waarbij ik mij baseer op een methode die ik al jaren volg en die mij hoogst zelden in de steek heeft gelaten.

Grafiek 1: weekgrafiek AEX-index met indicatoren en cyclus tijdlijnen

Afgelopen week kreeg ik een verzoek van een lezer of ik de verschillende cycli, waar ik telkens over schrijf, middels diverse onder elkaar liggende tijdlijnen weer kan geven en daarbij aan kan geven waar we op dit moment zitten en wat de verwachting is. Aangezien er op dit moment geen noodzaak is om op de actualiteit verder in te gaan (de koers beweegt conform het scenario) doe ik dat graag.

Bekijk de weekgrafiek van de AEX-index vanaf de bodem van 2009. Op dat moment werd de bodem van de zeer lange 54-maands cyclus (vierjaarcyclus) gezet. Deze cyclus bestaat uit drie maandcycli, die gemiddeld rond de 17 maanden lang zijn. In de praktijk kan die lengte natuurlijk altijd wat afwijken. Deze maandcyclus vervolgens bestaat uit twee 9-maands cycli (38 weken) en deze wederom uit elk twee cycli van 17-19 weken.

In de weekgrafiek is de 18-maands cyclus weergegeven middels de onderste groene tijdlijn. We zien dat er sinds de bodem van de 54-maands cyclus in maart 2009 reeds twee volledige cycli zijn afgerond en we nu net iets voorbij de helft van de derde en laatste cyclus zijn. De rode tijdlijn geeft de 9-maands cyclus weer. We zien ook hier dat twee van deze cycli een volledige 18-maands cyclus bepalen. Wat we ook zien is dat de werkelijke lengte altijd wat kan afwijken van de gemiddelde lengte. Dat is feitelijk wat deze methode uitdagend maakt omdat de beurs zich natuurlijk zelden exact volgens de theorie gedraagt.

De blauwe lijn tenslotte is de weekcyclus waar ik vaak over schrijf. Een volledige maandcyclus bestaat uit gemiddeld vier (soms vijf) weekcycli, die gemiddeld 17 weken lang zijn. In de grafiek is nu goed te zien dat vier weken geleden de weekcyclusbodem werd gezet en ook de 9-maands cyclus. We bevinden ons dus nu in de laatste 9-maands cyclus van de 54-maands cyclus, dus de meest ‘bearish’ fase. De langere cycli bevinden zich allemaal in de dalende fase waardoor de kortere cycli allemaal een vroege top laten zien. De beginfase kan nog wel even ‘bullish’ zijn, maar dat wordt snel door een top gevolgd en vervolgens door een langere daling.

In de grafiek heb ik het waarschijnlijke koersverloop ingetekend. Mijn eerste koersdoel rond 315 is inmiddels gehaald (61,8 procent herstel van de voorgaande daling) en in principe kan de markt hier al draaien. Het is echter ook mogelijk dat we nog iets verder naar boven doorschieten, maar een niveau boven 337 ligt niet in mijn kaarten. Bij de zoektocht naar de top ga ik uit van gemiddelden, maar het moment waarop ik dan definitief shortposities inneem laat ik afhanden van het werkelijke koersverloop. Ik wil op dagbasis een soort van omkeerpatroon zien, zodat ik eerste posities met een betrekkelijk klein risico kan innemen en ik al een eerste signaal heb dat de markt gedraaid is. Op dit moment is een dergelijk signaal nog niet aanwezig.

In de grafiek is ook aangegeven dat er vermoedelijk ergens in september een tussentijdse bodem wordt gevormd (weekcyclusbodem), zodat de markt heel even kan herstellen. Dat herstel valt echter in de allerlaatste fase van alle hogere cycli en zal dus niet veel voorstellen. Uiteindelijk vallen de cycli ergens eind januari bij elkaar waar dan een zeer belangrijke bodem gezet moet worden, gevolgd door een herstel van de markt van meer dan 50 procent. Uiteraard is het ook hier mogelijk dat de werkelijke bodem iets korter of langer is, maar dat zien we dan wel. Aan de hand van de signalen van de kortere cycli kunnen we al redelijk snel inschatten of er een bodem is gezet zodat we niet te veel achter de markt aanlopen.

Feit is echter dat het ergste nog moet komen, als dit scenario uitkomt zoals het eigenlijk hoort. Natuurlijk loop ik hier het risico dat dit niet gebeurt en dat er ‘grappige’ commentaren te lezen zijn van andere columnisten die de technische analyse maar niets vinden. Daar heb ik verder vrede mee, risico van het vak en beter dan elke keer een ‘veilig’ verhaal te schrijven of wat er gisteren gebeurd is. Belangrijker voor mij en ook voor u als u zelf in dit scenario gelooft, is dat het pas legitiem is om short te gaan als de markt het signaal geeft dat er mogelijk een top is gezet.

 

Michael Ahrens houdt zich bezig met onafhankelijk beleggingsresearch en het ontwikkelen van cursussen en seminars. De informatie in deze column is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Michael Ahrens geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als columnist bij DFT.nl. Het is mogelijk dat Michael Ahrens op het moment van schrijven posities in genoemde fondsen heeft. Bezoek voor dagelijkse marktcommentaren www.cyclustrader.nl of volg Michael Ahrens via twitter (@cyclustrader).