In mijn column van vorige week gaf ik aan dat lagere niveaus waarschijnlijk waren en we een AEX rond of onder 280 zouden zien. We noteerden vrijdagochtend nog boven 290 en sloten die dag al fors lager, waarbij 281 gehaald werd.

Deze week staat tot op heden in het teken van enig herstel en staan we nu per saldo weer rond hetzelfde niveau als afgelopen vrijdagochtend. Ik deze column wil ik voor de rest van dit jaar het grote pad aangeven dat de AEX naar mijn mening qua koersvorming gaat bewandelen. Uiteraard gebeurt dit middels de cyclusmethode.

Allereerst wil ik kort de meest belangrijke cycli voor de AEX aangeven die in de praktijk voorkomen. De langste cyclus die ik volg, al is dat slechts met een schuin oog, is de 54-maands cyclus. Beleggers kennen deze cyclus ook onder de naam vierjaarscyclus. Om de vier jaar (het gemiddelde voor de AEX bedraagt rond 47 maanden) zet de AEX een zeer belangrijke bodem.

Een wat beter toepasbare cyclus wat betreft praktisch nut is de 18-maands cyclus. Cycli kenmerken zich door het principe van proportionaliteit. Met andere woorden, een cyclus kan worden onderverdeeld in twee of drie subcycli. Een 54-maands cyclus bestaat dus uit zeg maar drie cycli van 18 maanden. In de praktijk zijn dit voor de AEX gemiddeld 17 maanden oftewel 68 weken.

De 18-maands cyclus kan weer worden onderverdeeld in twee cycli van 9 maanden oftewel 34 weken. Deze cyclus van 34 weken bestaat weer uit twee cycli van 17 weken. U begrijpt het principe. Het totale koersverloop is feitelijk een optelsom van alle cycli.

In deze column schrijf ik vaker over drie cycli, namelijk de maandcyclus, de weekcyclus en de dagcyclus. De maandcyclus is de 17-maands cyclus. Deze bestaat uit vier (soms vijf) weekcycli van gemiddeld 17 weken. Een weekcyclus wederom bestaat uit gemiddeld vijf dagcycli met een gemiddelde van 17 dagen.

Het is als belegger belangrijk om te weten waar we staan met deze cycli. Het begin van elke cyclus is het meest ‘bullish’, het einde het meest ‘bearish’. We willen dus weten of we bijvoorbeeld aan het begin van een nieuwe maandcyclus staan, want dan is de kans dat we per saldo minimaal enkele maanden stijgen in koers vrij groot. Staan we echter een het einde van de maandcyclus, dan mogen we rekening houden met een vrij grote koersdaling.

Laten we beginnen met de maandcyclus.

Grafiek 1: Maandgrafiek AEX-index met indicatoren

De vorige maandcyclus bodemde eind september vorig jaar en noteert thans dus de negende maand. We zitten dus zeg maar halverwege. Kijk ook even verder in de grafiek. De 54-maands cyclus bodemde in 2009. Deze cyclus bestaat uit drie volledige maandcycli. We hebben er al twee gehad en zitten nu dus in de derde en laatste maandcyclus van de hele grote vierjaarscyclus. Het einde van elke cyclus is het meest ‘bearish’. Mogen we nu dan nog een grote stijging van de koers verwachten of is de kans op een grotere daling waarschijnlijker?

Ik geloof het laatste. We zagen al dat de tweede maandcyclus maar net boven de top van de eerste uitsteeg en de top van deze laatste maandcyclus haalde bij lange na niet de top van de tweede rond 374. We mogen dus stellen dat we nu in de tweede helft zitten van de laatste maandcyclus van de vierjaarscyclus. Uitgaande van een gemiddelde lengte van rond 17 maanden zou deze grote vierjaarscyclus dan ergens in het voorjaar van 2013 een bodem moeten vinden. Qua koersniveau ligt het voor de hand dat deze bodem op een duidelijk lager niveau ligt dan het huidige niveau rond 290. Ik houd zelf rekening met een niveau tussen de vorige bodems in, dus zeg maar tussen 200 en 250.

De maandcyclus bestaat weer uit gemiddeld vier (soms vijf) weekcycli. Laten we in de weekgrafiek kijken waar we dan in deze maandcyclus staan.

Grafiek 2: Weekgrafiek AEX-index met indicatoren

Uitgaande van de maandcyclusbodem in september vorig jaar tellen we dus in principe vier volledige weekcycli om tot de volgende maandcyclus (en ook vierjaarscyclus) te komen. Het probleem doet zich voor dat de vorige weekcyclusbodem niet echt goed te zien is. Ik heb deze in maart geplaatst, uitgaande van de onderverdeling van de lagere cycli. Per saldo echter is dat ook niet zo heel belangrijk omdat we nu in totaal genoeg weken tellen (36) om twee volledige weekcycli te noteren. De huidige weekcyclus moet natuurlijk nog gezet worden, maar het is een kwestie van hooguit een week of twee, als de bodem wellicht niet al gezet is. Dat is nu nog niet te zeggen omdat het herstel van deze week nog niet krachtig genoeg is.

Het pad is echter wel duidelijk. Op de korte termijn, tussen nu en zeg de komende twee weken, zou een nieuwe weekcyclus er moeten staan. We hebben daarna dan nog twee volledige weekcycli te gaan om de maandcyclus en de vierjaarscyclus af te ronden. Deze weekcycli staan dus volledig in het teken van de laatste en dus ‘bearish’ fase van deze grotere cycli. Met andere woorden, het opgaande fase van deze twee weekcycli zal wellicht slechts ergens tussen drie en maximaal acht weken bedragen en zal ook qua amplitude, dus de mate van koersstijging, niet heel veel voorstellen. Een uitstekende manier dus om ergens rond het draaipunt van deze cycli shortposities in te nemen.

Tenslotte kijken we nog even naar de dagcyclus. U begrijpt inmiddels dat deze dagcyclus voor het lange pad voor de rest van dit jaar niet zo wezenlijk van belang is. Met name voor traders en de timing van het in- en uitstappen fungeert deze dagcyclus als toegevoegde waarde.

Grafiek 3: Daggrafiek AEX-index met indicatoren

We zien dat, uitgaande van een weekcyclusbodem van begin maart, er inmiddels drie volledige dagcycli zijn afgerond. Wellicht is de vierde ook al gezet, dat kan ik nu nog niet definitief bepalen. We zitten echter duidelijk qua telling van het aantal dagcycli aan het einde van de weekcyclus.

Conclusie: Het is goed mogelijk dat we reeds een weekcyclusbodem gezien hebben, al zou ik zelf zeggen dat we nog eenmaal onder de 281 moeten dalen en de cyclusbodem dan binnen de komende vijf tot tien dagen gezet wordt. Daarna zal de AEX gedurende drie tot acht weken per saldo kunnen herstellen. Een stijging van 10 procent is mogelijk. We moeten echter opletten, want in de periode begin augustus tot begin september wordt het dan weer zeer waarschijnlijk dat de nog jonge weekcyclus al een top zet en we dus per saldo voor de rest van het jaar (uitgezonderd een korte fase, waarin de vierde en laatste weekcyclus van de maandcyclus in de stijgingsfase zit) in koers gaan dalen. Als koersniveau,zoals gezegd, acht ik een niveau tussen 200 en 250 waarschijnlijk, waarbij ik eerder richting de 200 kijk.

Beleggers hoeven dus volgens mij nog geen haast maken met aankopen, dat wordt pas begin volgend jaar interessant. Dan wordt de bodem van de vierjaarscyclus gezet en kunnen we ons opmaken voor een nieuwe ‘bull market’ van minimaal een jaar of langer. Eerst echter nog voor de rest van het jaar door de zure appel bijten of, als u een actieve belegger bent, afwachten en ergens in augustus of september (qua timing gebruiken we dan de dagcyclus) op de daling inspelen met short posities.

Michael Ahrens houdt zich bezig met onafhankelijk beleggingsresearch en het ontwikkelen van cursussen en seminars. De informatie in deze column is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Michael Ahrens geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als columnist bij DFT.nl. Het is mogelijk dat Michael Ahrens op het moment van schrijven posities in genoemde fondsen heeft. Bezoek voor dagelijkse marktcommentaren www.cyclustrader.nl of volg Michael Ahrens via twitter (@cyclustrader).