In zijn jaarlijkse toespraak voor de aandeelhouders van Berkshire Hathaway vertelde superbelegger Warren Buffet “that it will be a shot heard around the world” wanneer de centrale banken stoppen met het opkopen van financiële activa. Ben Bernanke is met een ongekend experiment bezig waarvan we de uitkomst niet kennen.

Buffet is wel positief over dit experiment omdat het verschaffen van liquiditeit volgens hem ervoor gezorgd heeft dat de (Amerikaanse) economie niet verder in het slop is geraakt. Maar tussen de regels door lees je duidelijk dat hij een flinke impact verwacht op de financiële markten wanneer de opkoopprogramma’s stoppen. Beleggers zullen meteen hun posities herevalueren omdat de grootste drijfveer achter de koersstijgingen wegvalt. Volgens Buffet zal dit echter niet tot het einde van de wereld leiden en zullen de markten dit overleven.

Dat geloof ik ook. De markten zullen deze klap wel overleven, maar hoe groot deze klap wordt weet niemand. Als we naar de aandelenmarkten kijken, dan zien we dat de koersstijgingen blijven aanhouden. De Duitse Dax is vanaf 22 april jl. met 900 punten gestegen. Een koersstijging van 12 procent tot nieuwe ‘all time highs’ in drie weken tijd. Ook de Dow en de S&P bevinden zich in ‘uncharted territory’. De AEX staat niet in dit rijtje. Onze eigen beursgraadmeter weet met moeite een plusje eruit te slepen voor dit jaar van ruim twee procent.

In mijn artikel van drie weken geleden gaf ik aan dat de markten topzwaar beginnen te worden. We hadden toen de eerste signalen van duidelijke topvorming. Voor de AEX werd het signaal van een top gegeven onder 335. Dit signaal werd niet gegeven, maar ik geloofde toen wel dat we zover waren dat de markten aan de dalende fase van de vierjaarscyclus zouden beginnen, hoewel ik ook aangaf dat de Amerikaanse markten nog wel iets hoger zouden kunnen. Die gedachte blijkt dus op dit moment achterhaald te worden door de praktijk omdat bijna alle beurzen hun jaartoppen aanscherpen.

Deze laatste opwaartse beweging zit ik niet meer in de markt, behoudens korte bewegingen van één tot twee dagen (daytrading). Gelukkig hoef ik mij enkel tegenover mijzelf te verantwoorden en sta ik nog steeds achter deze beslissing. Ik beschouw deze koersstijging als de laatste ‘blow off’ voordat we echt fors gaan dalen. Maar als je nu vermogensbeheerder bent en vanuit de risicogedachte besluit je om even wat gas terug te nemen, dan kan ik mij voorstellen dat een dergelijke beslissing op onbegrip stuit van de kant van de belegger. Bedenk echter altijd het volgende: koerstoppen worden altijd gezet als de zon het meest schijnt, als iedereen verwacht dat het alleen nog maar beter kan gaan en als beleggers uitermate positief zijn. Het risico neemt dus in werkelijkheid toe, terwijl de perceptie van het risico afneemt.

Ik wil dit artikel afsluiten met de kwartaalchart van de Amerikaanse S&P index om aan te tonen dat deze koersstijging niet tot in de lengte der dagen kan aanhouden, hoewel veel analisten ons dat willen doen geloven.

Grafiek 1: Amerikaanse S&P 500 index op kwartaalbasis

In de grafiek ziet u het koersverloop op kwartaalbasis. Elke koersbar geeft dus een periode van drie maanden weer, zodat we de langere vierjaarscyclus in beeld krijgen. Ergens tussen de vier en de zes jaar krijgen we gemiddeld een belangrijke koersbodem, gevolgd door een nieuwe ‘bull market’. De huidige cyclus dateert van begin 2009. We noteren nu de 17e koersbar. Als we naar de stand van de indicatoren kijken (uitermate hoog) in combinatie met de cyclustelling, dan lijkt het mij zeer aannemelijk dat we dus in de laatste opwaartse fase zitten van de cyclus. Topvorming duurt altijd langer dan bodemvorming, maar dat betekent niet dat er geen dalingsfase van de cyclus komt.

Een scenario dat mogelijk is, is dat we een herhaling krijgen van een vierjaarscyclus zoals die zich in 1994 of 1998 voltrok. De top en correctiefase in 1994 heb ik in de chart met twee rode pijltjes gemarkeerd. Toen was er dus amper een correctie, maar de indicatoren daalden wel naar normale waarden en we zagen een koerscorrectie van 10 procent. In 1998 zagen we ook maar een korte correctie van een kwartaal en 22 procent. Kortom, zelfs al is er sprake van een enorme ‘bull market’, deze vierjaarscyclus zal dan toch minimaal tussen 10 en 25 procent moeten corrigeren. Gegeven de stand van de koers ten opzichte van het 200-daags voortschrijdend gemiddelde (koers staat er ruim 30 procent boven), de cyclustelling en de stand van de indicatoren lijkt het mij daarom opportuun om juist nu minder risico te nemen dan juist meer. Ik bedoel dus bewust niet short gaan, want daarvoor zijn er gewoonweg nog geen signalen, maar risico afbouwen, juist als iedereen van mening is dat er nog amper enige risico’s aanwezig zijn.

 

Michael Ahrens houdt zich bezig met het ontwikkelen van cursussen en seminars en schrijft blogs over trading op persoonlijke titel (www.cyclustrader.nl) . Hij is daarnaast directeur en partner bij ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze column is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Michael Ahrens geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als blogger en columnist bij DFT.nl. Het is mogelijk dat Michael Ahrens op het moment van schrijven posities in genoemde fondsen heeft. Bezoek voor dagelijkse marktcommentaren www.cyclustrader.nl of volg Michael Ahrens via twitter (@cyclustrader).